Amplifier - The Octopus (2010/2011)

Label: Ampcorp

Bandsite: www.amplifiertheband.com
Running Time: 57:27 + 62:05
Reviewer: Henk Vermeulen
Score: (max. score)

In 2010 bracht de Britse band Amplifier via hun site hun derde album uit: 'The Octopus'. En wat voor één: een waar meesterwerk! Temeer omdat het een dubbelaar betreft. Het komt niet zo vaak voor dat een dubbelaar een meesterwerk is omdat er meestal op één van de twee schijven wel een zwakke plek zit. Daar is hier echter geen sprake van.
Hoewel enkele nummers zich even moeten laten kennen om de smaak te kunnen proeven bevat 'The Octopus' geen zwakke songs en is een grote kanshebber om stijf bovenaan de Jaarlijst 2011 te belanden. Overigens is er sprake van een unicum omdat 'The Octopus' in december 2010 reeds via de bandsite werd uitgebracht en in 2011 pas in de winkel te koop was. Het is dus mogelijk dat dit briljante album in twee achtereenvolgende jaarlijsten pronkt.
Hoe kan de muziek omschreven worden? Om een indruk te geven noem ik de namen van bands die ik in de ongelooflijke hoeveelheid reviews over dit meesterwerk ben tegengekomen: Pink Floyd, Opeth, Tool, Porcupine Tree, King Crimson, Rush, Hendrix, Queen, Muse, Radiohead, Supertramp, Led Zeppelin, Black Sabbath en, wat de lyrics betreft, ook nog Yes. Ik kan mij voorstellen dat er bij u nu twee gedachten opkomen. Ten eerste dat het om progrock gaat en ten tweede dat er sprake is van retro en/of van gebrek aan originaliteit. De eerste gedachte is juist, de tweede niet. Het is logisch dat naarmate de tijd vordert en muziek zich ontwikkelt, dit gebeurt op basis van bands en stromingen uit voorgaande tijdperken. Het gaat erom dat een band aan het reeds ontwikkelde iets nieuws en eigens toevoegt. Ik wil 'The Octopus' zeker niet vernieuwend noemen maar beslist ook geen retro of imitatie, want daarvoor heeft Amplifier teveel een eigen geluid, al denk ik dat ze inderdaad geïnspireerd zijn door Pink Floyd en Opeth.

Wanneer men zich in opener 'The Runner' laat meenemen dan kan men zich onmogelijk aan de indruk onttrekken dat 'Dark Side of the Moon' een inspiratiebron is. De stem die op 'Minion’s Song' invalt doet aanvankelijk zelfs aan Roger Waters denken. Verder zijn er nogal wat composities die doorvlochten zijn met psychedelische klanktapijten, stuk voor stuk opgebouwd uit geluidseffecten die zomaar uit de 'A Saucerful of Secrets'-periode van Pink Floyd lijken te zijn geleend (met name in de titelsong en 'The Sick Rose').
Toch is Amplifier vooral een metalband maar dan zonder grunt. Integendeel! Een kracht is juist de prachtige stem van Sel Balamir. Muziek kan namelijk qua instrumentatie en/of virtuositeit nog zo hoogstaand zijn, de zanger kan de sfeer alsnog verpesten. Daar zijn genoeg voorbeelden van. De zangkwaliteit van Balamir komt nog meer tot zijn recht door het stevige fundament dat bassist Neil Mahony in de songs weet te leggen. De man bespeelt zijn bas op een dermate dominante manier dat deze het best vergeleken kan worden met een tank die zijn rupsbanden voortdurend in beweging weet te houden, of hij zich nu door een modderpoel of een granietberg worstelt.

De reden waarom ik ook Opeth als referentie noemde komt voort uit de briljante contrasten die de band weet te creëren: van huiveringwekkende tederheid tot snoeiharde door merg en been gaande metalklanken die bijna altijd oriëntaals aandoen.
'The Octopus' bestaat dus uit twee schijven van in totaal twee uur die elk acht relatief lange composities bevatten en die allen de moeite van het beluisteren meer dan waard zijn. Ik adviseer beide schijven integraal te beluisteren omdat alle tracks samen één geheel vormen, als een concept-album. Progrock/metal liefhebbers die van wat steviger werk houden zullen blijven genieten van dit album en bij elke luisterbeurt verrast worden door nieuwe details. Henk Vermeulen (05-2011)

Bezetting:
Sel Balamir – guitar, vocals
Neil Mahony - bass
Matt Brobin - drums
Charly Barnes - piano
Mike Vennart - guest vocals

Discografie:
Amplifier (2004)
Insider (2006)
The Octopus (2010)